Tamme kastanje komt van nature voor in Zuid Europa, N.W. Afrika, van Marokko, tot Pakistan. Gekweekt worden ze vooral in de Ardèche en op Corsica. In Nederland zijn ze ingevoerd door de Romeinen.
Ze vormen een goede vroege bron van stuifmeel voor wilde bijen en andere insecten. De vruchten zijn rijk aan eiwit en zetmeel. We eten ze graag met spruitjes.
Het hout is zeer duurzaam en wordt speciaal gekweekt voor palen en hekwerk.
Ze groeien aanvankelijk traag maar kunnen uiteindelijk heel oud en hoog worden.
Kan vanwege de hoogte alleen op een pallet worden verzonden. Verzending in pakket is helaas niet mogelijk.
Ook dit is een bladhoudende, dus vroeg bloeiende cultivar. Daarom is het aan te raden pas na de bloei te snoeien.
Ze wordt uiteindelijk zo'n 1,5 tot soms 3 meter hoog.
Een mooi maatje voor een Californische sering bijvoorbeeld tegen een warme muur naast de voordeur.
Fijne diepe kleur.
De bolle blauwe bloemenzee uit je dromen.
De voorjaarsbloeiende relatief lage Amerikaanse sering bloeit rijk met blauwe, iets zilverachtige bloemetjes in trosjes.
Ze groeit traag, maar kan uiteindelijk flink breed worden.
het is een van de meest winterharde Ceanothus.
Snoeien na de bloei.
Nou ja zeg; witte rode valeriaan.
Gewoon een vergeten bloem voor je witte border.
No nonsense plant die in alle tuinsferen past.
En bovendien heel mediterraan, zonaanbiddend en insektenvriendelijk.
Zo'n feestelijke ouderwetse plant waar heel veel mee kan. Ik zag ze voor het eerst lang geleden groeiend op een muur in Zuid Frankrijk. Je kunt ze laten verwilderen in een berm maar ook in een prairie of gewone border doet ze goed mee.
Het blad is rauw en gekookt eetbaar, de wortel kan in soep.
Herontdekt zeg maar.
De meeste Cistus soorten komen van nature voor op zure grond. Deze troffen regelmatig aan in kalkvegetaties onder andere in Zuid Frankrijk en Noord en Zuid Spanje. Dat is goed nieuws omdat onze bodems over het algemeen kalkrijk zijn, zeker hier in Zuid Limburg.
Ze heeft een compacte groeiwijze, heerlijk beige-grijs blad en bloemen van feestelijk roze crêpe-papier.
Cistusrozen zijn ideale kustplanten, ze verdragen wind uitstekend en hebben het liever niet al te koud in de winter. Ze hebben een voorkeur voor zure grond. In ons sortiment alleen de wat winterhardere soorten die kalk verdragen.
CIstus creticus blijft laag en heeft licht grijs-goen blad met een golvende rand en intens roze bloemen vroeg in het voorjaar. Winterhard tot ongeveer -12oC.
Snoeien; niet of meteen na de bloei.
Een kreukelig lief eendagsbloemetje dat strak trekt in de loop van de dag en tegen de avond uitvalt. En dan de volgende dag weer nieuwe kreukels. Elke dag een verse vlucht bloemen, dat is Cistus.
Dit is een van de soorten waar de hars traditioneel van gewonnen wordt. De laudanum waar een van de drie koningen mee bij kindeke Jezus op kraamvisite ging.
Groengrijs blad, zomer en winter.
Ten noorden van de Seine alom geprezen als de meest winterharde Cistus. Groot, aromatisch donkergroen glimmend blad. Bloemen wit met een geel hart.
Het is een wat rommelige struik met bloemen luchtig op lange stengels.
Veel van de andere redelijk winterharde cultivars zijn kruisingen met C. laurifolius.
Snoeien; niet, of lichtjes meteen na de bloei.
Over deze en andere Cistus bestaat veel verwarring. Ze worden vaak veel groter dan wordt beweerd en je kunt ze niet kort houden met snoei, want dan bloeien ze niet. Ook wordt vaak onterecht beweerd dat ze van kalk houden, want dat doen mediterrane planten nu eenmaal.
Dit is met 1,5 tot 2 meter een forse bladhoudende struik voor een beschutte standplaats. Het blad is groot en gerimpeld.
Hoewel we de plant die we 20 jaar geleden kregen inmiddels kwijt zijn voordat we er veel ervaring mee konden opdoen proberen we het nog een keer met deze zeer diverse soort. Het is niet de meest winterharde in ons sortiment. Geef haar dus een beschutte standplaats. Een beetje schaduw zou ze verdragen, maar in de zon bloeit ze nog rijker.
Salieblaadjescistus.
Een grote struik vooral bewonderd om de tot 8,5 cm grote bloemen.
Wordt gewoon hoog, niet snoeien!
Je moet er plaats voor hebben, maar dan heb je ook wat. Zo lang de winters het toelaten.
De kruising van C. ladanifer x C. populifolius.
Zuurminnend.
Deze kruising van C. x canescens met vermoedelijk C. laurifolius gevonden door J. E. Sammons lijkt sterk op C. argenteus 'Peggy Sammons' maar heeft kleiner blad. De bloemen zijn zacht zalmroze en 5 tot 6 cm groot. Ze verdraagt tot -15oC en neutrale of licht kalkhoudende grond hoewel ze liever wat zuur staat.
Erg rijke bloeier met een lichte neiging tot zichzelf quasi dood bloeien.
Die feestelijke rode lampionetjes zijn de knoppen aan rode bloemstengels waar de zuiver witte bloemen uit vlinderen.
Het donkergroene ruwe blad en de compacte struikvorm geven de plant daarna blijvende waarde.
Deze kruising van; C. populifolius x salviifolius heeft de winter van 2010 nipt overleefd.
Zo'n 12 jaar lang daarvoor was ze bij ons probleemloos winterhard. Inmiddels staat ze al weer 5 jaar.
Gedurende anderhalve maand verandert dit monster in een grote witte berg. Na 8 jaar mag je rekenen op 3 x 3 m. Als een extra strenge winter er tenminste geen eind aan maakt. Beschut planten dus.
Dit is een van de weinige Cistus soorten die snoei verdragen.
Groot langwerpig, lichtgroen gekroesd blad.
Perfect ronde zelf vullende bolvorm.
Een handzame struik met zuiver witte bloemen van 5 centimeter doorsnee en fijn smal blad.
Een van de meest winterharde en meest rijk bloeiende. Het is een kruising van Cistus laurifolius met Cistus monspeliensis.
Cistus laurifolius is altijd goed voor dat beetje extra vorstbestendigheid in een kruising.
De kleinste die wij kennen. Zeer kleine, maar even talrijke bloemetjes en klein fijn blad. Bij ons worden ze niet groter dan 30 cm.
De kruising van C. salviifolius x C. inflatus.
Ze zijn niet zo standvastig als Helianthemum maar wel zeer leuk.
De nog net geen Helianthemum Cistus.
Grijsgroen blad met een licht gekrulde rand, meer breed dan hoog uitgroeiend. Het hoogtepunt van de bloei ligt in juni, maar tot de eerste vorst zijn er altijd wel wat bloemen.
Dit is een natuurlijke hybride, een spontane kruising, ontstaan in Zuid Frankrijk. van C. albidus x C. crispus. In Nederland wordt Deze ook wel als C. crispus 'Sunset' aangeboden.
Geef ze geen kalk.
Een goede klassieke Cistus met duidelijke vlekken.
Lang smal glimmend donkergroen blad.
De natuurlijke kruising van Cistus ladanifer x C. creticus.
Voor lichtzure droge grond op een wat beschutte plek in de volle zon.
Een heerlijke betoverende spetterende kleur hebben deze tot 9 cm grote bloemen.
Voor ons een fantastische aanwinst uit 2007, waar ik meteen zo veel mogelijk van ben gaan stekken.
Het wordt op den duur een forse struik.
Die kleur is echt waanzinnig, maar wat worden ze snel groot die schatjes.
Deze 300 jaar oude kruising tussen mandarijn en citroen is vernoemd naar de Duitse botanicus Johann Christoph Volkamer.
Ze heeft een aromatische, fris-zure smaak een klein bittertje.
Het blad geurt lichtjes, de bloemen geuren geweldig. Ze kan al op jonge leeftijd een grote opbrengst geven. Verdraagt kou, maar geen vorst.
In Italië en de VS worden ze veel gekweekt. Je gebruikt het sap en de schil net als gewone citroen.
Zo sierlijke groente dat je er amper van durft te eten. Het indrukwekkend van purperpaars naar grijs verkleurend blad wordt gekroond met de smakelijkst uitziende broccoli op aarde en als je daar vanaf weet te blijven die heerlijke witte wolken. Als groente is het jonge blad, gebleekt, een delicatesse. Bedek hiervoor de plant met een omgekeerde bloempot. Jaarrond is het jonge blad heerlijk in groentegerechten:
Zeelicatesse.
Deze witte vorm van het Alpenviooltje staat graag op licht-luwe plekken, maar niet volledig in de schaduw. Aan de rand van een bossage, onder halfopen struiken of bomen is de ideale plek.
Het sierlijk getekende blad verschijnt tijdens de bloei en blijft in de winter.
In de zomer gaan ze in rust en staan ze graag wat droger. Perfect dus voor open plekken tussen bladverliezende struiken.
Cyclaampjes veroverden mijn hart op slag toen ik ze in Zuid Italië in het wild zag. Ik had nooit verwacht dat dat zou gebeuren.
Het blad verschijnt tijdens de bloei en blijft in de winter. In de zomer gaan ze in rust.
Ideaal voor vrij droge open plekken tussen bladverliezende struiken of bomen.
Kardoen is een middeleeuwse groente, nauw verwant aan artisjok. De gebleekte stengels worden nog steeds gegeten in Italië en Zuid Oost Europa. De smaak is vooral bitter. Maar, bitter in de mond maakt het hart gezond. Wanneer je Artisjok als sierplant overweegt raad ik ten zeerste aan Kardoen te kiezen. Kardoen groeit veel sneller, is veel beter winterhard en heeft heerlijk groot grijs spits gesneden blad.
De uitstraling is monumentaal, mediterraan en middeleeuws.