Deze inheemse roos groeit graag in de volle zon in niet te natte kalkrijke grond vaak in combinatie met sleedoorn en meidoorn en in bosranden. Bijen en andere nuttige insecten vinden er hun voedsel en zorgen voor bestuiving. De flesvormige 2 cm lange botteltjes worden in de winter graag gegeten door vogels waaronder koperwiek en kramsvogel. Ze bloeit in juni en juli met 4-6 cm grote bloemen. Ze is bij ons 'aangewaaid' en staat prominent langs het pad naar ons kweekveld.